Lessen

35.0 In de hogere Kosmische Graden is de menselijke ziel de Goddelijk kracht die alles wat er is, bewust draagt
35.1 De Goddelijke mens is hier levend bewustzijn en draagt al het leven
35.2 In de Kosmische graden neemt de leeftijd van de mens toe, naarmate het bewustzijn stijgt
35.3 Geestelijke vermogens en uitvindingen op de Vierde Kosmische Graad
35.4 De geleerden van de Vierde Kosmische Graad zoeken contact met de mens op aarde
35.5 Het dier in de Vierde Kosmische Graad is hier al meer begaafd dan de mens op Aarde
35.7 Bloemen vertolken hier het gevoelsleven, de gedachten en het stadium van evolutie van elk mens
35.6 Alle ruimtelijke wetten van het menselijke leven worden hier vertolkt door levensbloemen
35.8 Er zijn hier bloemen met ogen die de mens bewust aankijken
35.9 De mens is hier Leven, Liefde en Licht geworden en beleeft Goddelijke éénheid
35.11 Op de zesde Kosmische levensgraad leeft de mens in Goddelijke harmonie
35.10 Op de Vijfde Kosmische Levensgraad zijn man en vrouw een Goddelijke éénheid geworden
35.13 Jozef Rulof en zijn Hemelse meesters hebben deze allesomvattende wijsheid naar de aarde gebracht
34.0 Onze Ziel doorloopt zeven Kosmische Graden om Goddelijk bewustzijn te realiseren
35.12 In de zevende Kosmische Graad en het Al is de mens Goddelijke energie geworden
34.1 De eerste drie Kosmische Levensgraden bevinden zich in ons eigen Universum
34.2 De mentale gebieden vormen de overgang naar de Vierde Kosmische Levensgraad
34.3 De Vierde Kosmische Levensgraad kent weer stoffelijke planeten en zonnen
34.4 Het evolutieproces op de Vierde Kosmische Graad is als cel-leven in de wateren begonnen
34.5 Als tweelingziel samen verder en voor altijd bewust
34.6 Alles is doorschijnend en ijl en de mens hier communiceert met ruimtelijke telepathi
34.7 Op de Vierde Kosmische Graad bezit de mens geestelijk geluk in een stoffelijke toestand
34.8 Op de vierde Kosmische Levensgraad is alles ijl en doorschijnend en bestaat uit verdichte levensaura
34.9 De mens schept en baart nu zijn uiterlijk leven, maar ook zijn innerlijk leven
34.10 Alle zielen leven in harmonie en elke ziel is helderziend
34.11 Hier zijn geen ziekten meer en sterven en geboren worden is één natuurlijk proces
34.12 Hier kan de zwangere moeder bewust met haar kind communiceren
50.0 De boeken van Jozef Rulof
50.1 Een Blik in het Hiernamaals
50.2 Zij die terugkeerden uit de Dood
50.3 De Kringloop der Ziel
50.4 Zielsziekten van Gene Zijde bezien
50.5 Het Ontstaan van het Heelal
50.6 Tussen Leven en Dood
50.7 De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien
50.8 Door de Grebbelinie naar het Eeuwige Leven
50.9 Geestelijke Gaven
50.10 Maskers en Mensen
50.12 Vraag en Antwoord (Deel 1, 2, 3, 4, 5, 6)
50.11 Jeus van Moeder Crisje (Deel 1, 2, 3)
50.13 Lezingen (Deel 1, 2, 3)
50.14 De Kosmologie van Jozef Rulof (Deel 1, 2, 3, 4,5 )
50.15 Het Jozef Rulof Naslagwerk (Deel 1, 2, 3, 4)
50.16 Toelichting bij de boeken van Jozef Rulof
37.0 In het Al is de mens God, is Albron, Alziel, Algeest, Almoeder, Alvader, Leven, Licht
37.1 De menselijke Ziel is in essentie Goddelijk en in het Goddelijk Al is de mens als God
37.2 Al het leven is één met het Goddelijke en dat wordt Wayti genoemd
37.3 Wat is het doel van de schepping?
37.4 De mens krijgt ooit het Goddelijk denken en voelen
37.5 Het is GOD Zélf die evolueert
37.6 God zelf baart Zichzelf door de mens
37.7 Wat betekent het dat wij mensen Goden zijn?
37.8 De mens is God, is Albron, Alziel, Algeest, Almoeder, Alvader, Leven, Licht
37.9 Zijn er na het Goddelijk Al nog hogere werelden?
37.10 De mens vraagt zich af wat het verschil is tussen het begin en het einde van dit Goddelijke evolutieproces
36.0 Het wonderbaarlijke “Godsbegrip” ontsluierd
36.1 De hoogste Meesters uit het Al gaven de mens dit wonderlijke Godsbegrip
36.2 Waar was GOD voor de schepping begon?
36.3 Als je je ogen sluit, kun je de Albron zien
36.4 GOD openbaart zich in de schepping
36.5 De schepping is met het Almoederschap begonnen
36.6 De Albron als moeder baart het leven
36.7 Het Moederschap baart het Vaderschap
36.8 De menselijke ziel is een Goddelijke vonk
36.9 De Goddelijke kracht in geest, ziel en stof
36.10 De eerste mens die na de schepping terugkeerde in het Goddelijk Al, was Christus
33.0 Contact met spoken en geesten
33.1 Spoken en zelfmoord
33.2 Stenen gooien door spoken en duistere geesten
33.3 kloptonen door geesten
33.4 Het spiritisme zoekt contact met de geestenwereld
33.5 Seances met het kruis-en-bord of met de planchette
33.6 Geesten inspireren de mens ten goede of ten kwade
33.7 Uitvindingen op Aarde die door genieën in het kwaad zijn uitgedacht
33.8 Demonen op Aarde leven zich uit door de mens
33.9 Bezetenheid en hartstocht
32.0 Geesten op Aarde
32.1 Er zijn meer geesten op Aarde dan er mensen zijn
32.2 Liefdegeesten uit de Lichtsferen helpen de mens op aarde
32.3 Liefdegeesten brengen de mensheid geestelijk kennis, wetenschap en technologie
32.4 Geesten kunnen door muren en alles heen zien
32.5 Veel dieren kunnen geesten zien
32.6 Lichtgeesten komen naar de aarde en helpen de mens bij het sterven en het overgaan
32.7 Demonen zetten mensen aan om zelfmoord te plegen
32.8 Lichtgeesten inspireren mensen die de mensheid helpen om zich geestelijk te ontwikkelen
32.9 Beschermgeesten inspireren familieleden op Aarde om het goede te doen
32.10 Treuren om een overledene kan deze belemmeren in de ontwikkeling
32.11 Demonen op aarde leven zich uit door de mens
31.0 De zeven duistere sferen
31.1 Zeven duistere sferen vol van hartstocht en geweld
31.2 In de duistere sferen ontbreekt het aan Liefde, warmte, zon en levenskracht
31.3 Het land van haat, de zevende duistere sfeer, grenst aan het schemerland
31.4 De zesde duistere sfeer wordt de demonensfeer genoemd
31.5 De vijfde en vierde duistere sfeer is voor zielen met een dierlijke en voordierlijke afstemmin
31.6 De derde duistere sfeer heet: “het dal van smarten”
31.7 De tweede duistere sfeer is het land van kruipend leven
31.8 De eerste duistere sfeer is de diepste hel, met als kenmerk stinkend, rottend leven
31.9 Lichtgeesten die hulp bieden in de duistere sferen
31.10 Dante Alighieri (1265-1321) bezocht samen met zijn beschermengel Vergilius de astrale werelden na de dood
31.11 Dante Alighieri (1265-1321) beschreef in Divina Commedia de hel, het vagevuur en het paradijs