Lessen

34.10 Alle zielen leven in harmonie en elke ziel is helderziend

 

De ziel heeft in de zeven lichtsferen elke stoffelijke en aardse gedachte afgelegd. Daarom bestaat er op de Vierde Kosmische Levensgraad geen leugen, bedrog of ellende meer. Hier is elke ziel als persoonlijkheid volledig in harmonie met alle andere zielen. Iedereen is helderziend en helderhorend en is zich nu bewust van alle vorige levens. Men heeft hier geen kunstlicht meer nodig, de mens zelf is hier ‘licht’. Hier kan men tempels vormen door eraan te denken, er is geen aards bouwwerk meer nodig.

-Doordat de mens géén ziekten te beleven heeft, is dit leven volmaakt. Man en vrouw maken reizen door deze ruimte en bezoeken de volgende levensgraden. Man en vrouw zweven door deze ontzagwekkende ruimte en kunnen zeggen: wij hebben élke zwaartekracht overwonnen.

Hier bevinden zich géén wetenschappen meer, die zijn niet meer nodig! Want de mens is bewust, is ‘Wetenschap’ geworden! Ook de stoffelijke muziek heeft plaats moeten maken voor de Goddelijke, dat de mens hier ondergaat omdat hij één is met al het leven, met élk ‘Timbre’ voor iedere levensgraad. Hun concentratie is Goddelijk bewust op deze afstemming.

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p.262

-Wat wij thans moeten beleven is het bewustzijn van de eerste planeet. Hierdoor stellen wij straks het ruimtelijke gevoelsleven van één graad vast en gaan dan verder. Hoe voelt zich de mens, komt er tot ons, in dit Universum? Wat heeft de mens hier te doen, nu hij zijn Goddelijke harmonie beleven kan? Voelt gij, komt er in ons leven, dat wij dit alles dragen? Dat wij de ruimte en ál ons leven rondom ons vertegenwoordigen? Voelt gij, dat wij het leven schenken aan Moeder Natuur? Dat wij het leven hebben geschonken aan de dierenwereld?  Wij denken en mediteren thans, wij hebben dit woord te verwerken.

-Gij ziet, de „Zes” overgangen hebben zich thans in één wereld tot de Universele éénheid gevoerd. Wat gij hebt te beleven is, dat gij voelt, dat de „Mens” nú zijn Goddelijke Kringloop gaat voelen, zal beleven en dat wij als Mens één zijn met al het leven. Gij zult u afvragen: wat doet gij thans? Wij léven! Wij leven en hebben niets anders te doen, waardoor wij ons Goddelijk bewustzijn tot de allerhoogste ontwaking voeren.” „Já, mijn broeders, wij leven! Dát is het doel van de „Almoeder”. Gij ziet mensen en het leven van Moeder Natuur, maar dat is de „Almoeder”! Dat zijn, zoals gij mocht beleven, vonken van „HAAR” zelfstandigheid en Persoonlijkheid. De

Kosmologie van Jozef Rulof Deel 5 234,235

-Nu is elk mens helderziend, helderhorend.

Lezingen Deel 3 p.395

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof