Lessen

34.8 Op de vierde Kosmische Levensgraad is alles ijl en doorschijnend en bestaat uit verdichte levensaura

 

Toen de eerste zielen hun lichaam op de vierde kosmische levensgraad tot de volwassen menselijke gestalte hadden gebracht, was dat lichaam stoffelijk licht geworden, doorstralend bewust. Het bloed is hier niet meer rood, maar doorschijnend roze. Al de materie op deze planeet is een verdichte vorm van de geestelijke uitstraling van de mens. Het gewaad is hier geestelijk-stoffelijk verdichte levensaura, verdicht door de ziel als persoonlijkheid. Elke gedachte van de persoonlijkheid is onmiddellijk in het menselijke gewaad zichtbaar. Het gewaad straalt licht uit, net als in de lichtsferen. En ook de haardracht wordt nu doorstraald door al de kleuren van de ruimte. De kledingstijl is enigszins te vergelijken met de kleding van de oude Grieken en Romeinen en ook met wat Christus op aarde droeg.

-De Mens hier draagt een geestelijk-stoffelijk gewaad uit levensaura verdicht. Wat gij op Aarde kent, is hier niet meer. Wat de sferen van licht bezitten en de mens daar draagt als levensaura, bezit hier de mens op de Vierde Kosmische Graad. Fonkelend zijn deze gewaden.

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p.259

-Zie deze gewaden! Elke wet zien wij vertegenwoordigd ín dit menselijke gewaad, dat door de Romeinen gedragen werd. Dát is een schepping, die door de sferen van licht op Aarde werd gebracht en door ‘Christus’ werd gedragen. Dát gewaad, gij kent het beeld, wordt gedragen door de mens van de ‘Vierde Kosmische Levensgraad’ en zál en kan veranderen, zal universele diepte bezitten, doch ís deze afstemming! Kijk naar de oude meesters op aarde, naar de ‘Grieken en de Romeinen’ en gij kent het menselijke gewaad van de sferen van licht én van de Vierde Kosmische Levensgraad! Doch thans met deze bewustwording, deze liefde, aan kracht, licht, ziel en geest, voor de mens, als vader en moeder.  

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p.260,261

-Het gewaad is opgetrokken door de ziel als de persoonlijkheid. Nimmer behoeft zij één gewaad af te leggen, eeuwigdurend is dit haar verkregen bezit, haar levensaura schept en baart óm haar leven. Dat hebben wij in de sferen van licht ontvangen, dat bezit is hier van de geestelijk-stoffelijke mens. Dat kan de: Persoonlijkheid! De ziel! De geest! Het vader- en het moederschap! Maar boven alles, de volmaakte harmonie! En dat is de Mens hier op de Vierde Kosmische Levensgraad!

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p. 260

-U kijkt door het groen heen, u kunt de ziel van de bloem zien, u kijkt door de mensen heen. Het water, al is het duizenden meters en mijlen diep, u kijkt op de bodem, alles heeft zich gééstelijk verstoffelijkt. Er zijn daar geen ziekten meer, een advocaat, uw politieagent, leugen en bedrog is opgelost. U bent waarachtig, u beleeft nu de goddelijke, ruimtelijke rechtvaardigheid. U haat niet meer, jaloezie is er niet, u bent levend bewust, u hebt liefde gekregen, want u hebt deze ruimte overwonnen. En u hebt zeven sferen beleefd, geestelijk, de wereld voor uw innerlijke persoonlijkheid hebt gij u eigen gemaakt. Ge hebt u los- en vrijgemaakt van elke stoffelijke gedachte.

Lezingen Deel 1 p.110


Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof