Lessen

37.9 Zijn er na het Goddelijk Al nog hogere werelden?

 

Ook in het Al heeft de mens zeven overgangen te beleven. Als de hoogste meesters het Goddelijk Al hebben beleefd en hun evolutieproces hebben voltooid, onderzoeken ze of ze na het Al nog verder kunnen.
Als ze dan verder gaan, zien ze dat het Gouden Licht van het Al zich verduistert. En dan blijkt dat zij zijn teruggekeerd in de Almoeder, voordat deze Zichzelf manifesteerde in de schepping.
Zij zijn teruggekeerd in het begin van hun eigen evolutie in de levensbron voor al het leven.
Toen pas begrepen zij dat de Albron alles is en dat zijzelf dat alles zijn.

-En wij zien het ‘AL’ veranderen, wij beleven, dat het ‘Gouden Licht’ zal verduisteren. Wat is dit? Nu horen wij: ‘Gá verder! Gá tot de Aarde terug!  Thans zult gij uw Goddelijke Kringloop voleindigen, doch terugkeren tot het ogenblik, dat de ‘Almoeder’ aan ‘HAAR’ evolutie begon. En dat zijn wij en is al het leven van haar zelfstandigheid!
Ziet gij, dat ons ‘Gouden Licht’ reeds begint te verduisteren?
Gij keert nu terug tot de ‘Albron’ voor ál het leven en van élke stoffelijke én geestelijke zelfstandigheid. Gij keert terug tot uw eigen Evolutie! En dat hebt gij en hebben wij te aanvaarden!
Wij volgen u! Ook in het ‘AL’ hebben wij zeven overgangen te beleven, totdat het licht oplost en zijn wij teruggekeerd tot de ‘Almoeder’, als levensbron, als de ‘Almoeder’ voor ál dit leven.  

-Ons leven en bewustzijn verduistert, omdat gij het bewuste en bestaande hebt verlaten. Gij komt terug tot de ‘Almoeder’ vóórdat ‘ZIJ’ zichzelf manifesteerde. Eerst nu kunt gij aanvaarden, dat de ‘Albron’ álles is of wij hadden deze hoogte nimmer bereikt.

-De ‘Mens’ uit het ‘AL’ wenst, dat gij verder gaat. Gij kunt ervan verzekerd zijn, dat wij u dienen! Weet nu, wij zijn ‘Liefde’! Weet thans, wij zijn ‘Leven’! Wij zijn ‘Goden’! Vaarwel, mijn broeders… schenk Moeder Aarde al onze wijsheid, deze blijheid en levensvreugde, ons éénzijn. Het ‘Albewustzijn’ zegent u allen! Dan valt de duisternis. Waar leven we nu? Aan de stilte die ons overvalt herkennen wij de Albron. Waarachtig, wij zijn door de Goddelijke Kringloop gegaan voor de mens. Nu stellen wij ons op de Almoeder in en we voelen haar leven. Dat is dus de bedoeling geweest van die levensbron, voordat de eigenlijke schepping was begonnen. Dat zijn nu geen mensen, maar Goden! De mens op Aarde is een Godheid. De mens op Aarde en waar de mens zich ook bevindt, is de vertegenwoordiger van de Albron. De mens bezit die afstemming en heeft die evolutie te beleven!

-Gá verder, mijn broeders, het kwaad zal overwonnen worden! Bouw aan de ‘Universiteit van Christus.’ Zet uw leven in voor ‘ZIJN’ Goddelijkheid, doch weet, wij allen gingen Zijn weg. Er ís géén onrechtvaardigheid te beleven, de levenswetten zullen spreken, waardoor de ‘Mens’ ontwaakt! Gá verder, het ‘AL’ zegent uw taak!’

De Kosmologie5 p.244-245

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof