Lessen

34.5 Als tweelingziel samen verder en voor altijd bewust

 

In de sferen van Licht komt elke ziel weer in harmonie met de eigen tweelingziel. Vanaf dat moment gaan de tweelingzielen hand in hand verder, samen zullen zij het hogere bewustzijn dragen en vertolken. Wanneer de tweelingzielen de zevende lichtsfeer in zichzelf ten volle tot werking hebben gebracht, gaan zij over naar de mentale gebieden. Die gebieden verschillen van de wereld van het onbewuste, omdat de zielen nu bewust blijven. Als persoonlijkheid zijn ze nu voldoende geëvolueerd om bewust naar de volgende fase in hun kosmische evolutie te gaan.

-Hand in hand gaan wij met de zusters en broeders van de vierde kosmische graad door Moeder Natuur, een kind van de aarde moet thans verwerken dat hij een Goddelijke moeder naast zich heeft, tweelingzielen van één kleur en gestalte. Op een machtig Goddelijk fundament staan deze levens en hebben kleur bekend. Ze zijn er gekomen door hun hoofden te buigen. André denkt, ik denk en meester Alcar is denkende. De meester gaat ons voor en zegt niets. Wij zijn telepathisch van gevoel tot gevoel tot eenheid gekomen. We behoeven geen stoffelijk woord meer te spreken. 

Lezingen 3 p.401

-Dan leven zij duizenden jaren in hemels geluk, maar toch moeten zij verder, tot zij de zevende sfeer hebben beleefd. Wat zal er echter dan geschieden? Geen geest kan deze tweelingzielen scheiden, dat is en blijft één leven.

-Zij worden dan aangetrokken en op de eerste overgang geboren en zien elkaar daar weer terug. Reeds als kinderen zien en herkennen zij elkander en spelen en groeien op en weten straks dat zij bij elkaar horen. Dat bewustzijn komt reeds in het tiende jaar tot rijpe ontplooiing, zodat zij weten dat zij voor eeuwig tezamen zijn.

-Geen seconde te vroeg worden zij geboren, ook de ouders weten daarvan.

-Hier zijn zij wakker en bewust en blijft de mens zijn kosmische afstemming houden, dat is het stuwende of het scheppende organisme. Maar voor zij die afstemming houden, ook dat zal je voelen, André, gaat ook hier het zieleleven in beide organismen over en dat dient, om de diepte van dit zieleleven en stoffelijke leven als natuurafstemming te aanvaarden en eigen te maken, om daarna in de laatste graad weer hun kosmische afstemming te aanvaarden. Dat is dus het kleed waarin zij in het beginstadium van de eerste planeet zijn geboren.

-Zij weten dus, André, dat zij in het vorige leven het mannelijke kleed droegen en dat zij in het daaropvolgende leven het reine en heilige moederlichaam zullen bezitten. En juist door dit alles te mogen weten en te kunnen voelen, is hun éénzijn en deze verbinding heilig. Het Ontstaan van het Heelal p.505,506

-Wanneer er een kind wordt geboren, weten zij van tevoren wat de afstemming is van dit jonge leven en vooral, waar het innerlijke leven, de ziel dus als geest en als mens, heeft geleefd, wie het is en waar zij dit innerlijke leven hebben ontmoet en hebben gekend.

-Want zij allen, niet een uitgezonderd, zijn in hoogste graad helderziend. Deze mensen, André, zijn kosmisch bewust, kosmisch georiënteerd, zij weten wie tot hen behoren, want allen zijn tweelingzielen.’

Het Ontstaan van het Heelal p.503

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof