Lessen

34.9 De mens schept en baart nu zijn uiterlijk leven, maar ook zijn innerlijk leven

 

De mens schept en baart nu niet alleen het uiterlijk leven, maar ook het innerlijk leven. Elke gedachte manifesteert zich als kleur in het gewaad. Het haar heeft nu veel meer kleuren. Het lichaam is nu doorstralend bewust. De ziel is leven en liefde geworden. Alles is doorschijnend. Al de stof van deze planeet is doorschijnend en men kan door het groen van de natuur heen kijken. Het water is zo helder dat je tot duizenden meters diep de bodem kan zien. De grond waarop men wandelt, is verstoffelijkte levensaura.

-Ons organisme is nu als ons innerlijk leven is, doorstralend bewust. Gij kent het geestelijke organisme uit de zevende sfeer, wij zijn als stoffelijke wezens in niets anders, omdat die wereld weer afstemming vindt op ons leven en bewustzijn voor de wetten, doch het bewustzijn van de vierde sfeer als afstemming voor onze ruimte en kunt gij begrijpen. En gij weet bovendien, dat wij door ons organisme de ruimte vertegenwoordigen.

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p.252

-Wij zijn dus stoffelijk licht. Leven en liefde geworden!

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p.253

-En dan moet u kijken hoe dat gewaad straalt. We hebben toen we de reizen gingen maken voor de kosmologie, toen we op de Vierde Kosmische Graad kwamen, toen keek André alleen naar de gewaden in de rug van de mens en zei: ‘Kijk, ik zie in dat gewaad dat deze mens over korte tijd sterft, overgaat.’ Ja, in het gewaad van de mens manifesteert zich de nieuwe weg, de evolutie. Ziet u, dat kunt u allemaal zien door de kleuren. Elke gedachte manifesteert zich als kleur, als weefsel in het mannelijke scheppende en moederlijke gewaad.

Lezingen Deel 2 p.256

-Zie deze haardracht! Welke kleuren bezit gij op Aarde? Bruinachtig, zwart, blond, grijs, bijna zijn wij er al. Maar gij gelooft dit wonder niet! Al de kleuren van al de ruimten voor God bezit dit menselijke wezen als moeder, als vader. Welke vergelijkingen kan ik nu nog beleven? Wat de mens op Aarde vervalst heeft, is hier werkelijkheid. De haardracht is door Moeder Natuur geschapen. Blond en bruin zien wij terug, doch doorstraald van Gods kleurenrijk!

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p.260

-En dat gewaad bezit ál de kleuren van God. Niet alléén, komt er tot mijn leven, voor de liefde, dragen wij ons gewaad, doch voor ál onze wetten. De mens hier bezit een gewaad, zoals Moeder Natuur het voor zichzelf geschapen heeft. Voor kunsten en wetenschappen? Die gewaden zijn overwonnen, de mens ís kunst en hij weet! De moeder draagt haar gewaad door haar geestelijk bewustzijn, ook de vader. Mens der aarde, voelt gij dit? Of denkt gij nog, dat de mens ín God aardse wetten beleven kan? Dat hij zich hier moet kleden voor de stof? Dat hij zich hier kleden moet om uit te gaan? Om te wandelen, de ruimte te beleven? Die wetten werden overwonnen! De ziel als de persoonlijkheid schept en baart haar innerlijk en haar uiterlijk leven, zoals ook Moeder Natuur dat heeft gekund.

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p.261


Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof