Lessen

36.9 De Goddelijke kracht in geest, ziel en stof

 

Er is in het heelal meer onzichtbare energie dan zichtbare.
Achter de zichtbare energie leeft de onzichtbare energie, die alles aanstuurt.
De ziel is geest en is onzichtbare energie. Alles in het heelal, zichtbaar of onzichtbaar is voortgekomen uit God en heeft een taak te vervullen.

-Hoe diep alles ook is, alles, al die wonderen, is eenvoud, want God is eenvoud en liefde. Wanneer de mens dat voelt, zal het hem heel diep ontroeren en ‘dit’ is liefde. Want alles trilt van liefde, straalt als een zon en dit is liefdekracht, niets dan liefdekracht, een kracht die wij allen eens zullen bezitten. Dan omstralen wij duizenden mensen en alles wat in onze omgeving leeft. Dan zijn wij zelf zonnen, lichtgevende wezens, zoals het heelal is en zullen wij zijn als God.’

Het Ontstaan van het Heelal p.103

-Er is meer onzichtbare dan zichtbare energie, die wij aan de verschijnselen in het heelal kennen. God leeft achter de zichtbare energie; de onzichtbare energie is die ontzaglijke kracht die alles bestuurt, wat ook God is en het leven betekent

-De onzichtbare energie leeft als geest en is de ziel in het menselijke en dierlijke organisme. Wij allen, André, zijn energie, want wij zijn uit dat onzichtbare voortgekomen. Elk dier, ieder lichaam dat wordt afgelegd, alles wat de mens op aarde bezit in stoffelijke toestand, alles wat in het heelal leeft, sterren, planeten, en al die miljoenen lichamen, keren eens tot de Al- en Oerkracht terug

-Zichtbaar of onzichtbaar, een taak heeft het te volbrengen. Niets is er of het heeft een bedoeling en er kan niets bestaan of het komt uit God, is uit dat onzichtbare voortgekomen. Wij en allen die op die planeten leven, alles wat er is, André, is God, is energie en heeft een taak te vervullen.

Het Ontstaan van het Heelal p.104

-De mens zegt: u bent mens en u bent pastoor, u bent geleerde en u bent dit en u bent dat. Néén, wij hebben te maken met een levensvorm als een graad voor de Albron. U vertegenwoordigt hier op deze wereld uw Albron als een lichamelijke en geestelijke afstemming.

Vraag en Antwoord5 p.232-238

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof