Lessen

34.3 De Vierde Kosmische Levensgraad kent weer stoffelijke planeten en zonnen

 

De Vierde Kosmische Levensgraad is een nieuw universum met stoffelijke planeten en zonnen. De stoffelijke verdichtingsgraad is zo ijl dat deze voor de Aarde niet waarneembaar is. De menselijke ziel kan de Vierde kosmische graad pas beleven, wanneer zij die ijlheid als gevoelsgraad en bewustzijn bereikt heeft. Het universum van de vierde graad bevat zeven opeenvolgende planeten waarop de menselijke ziel haar kosmische evolutie voortzet. In de vierde graad vormen de zeven planeten samen met de zeven zonnen die hen belichten, één groot stelsel van kosmische harmonie. Er is een centrale moederplaneet en een centrale zon. Daaromheen liggen de zes overgangsplaneten om naar de moederplaneet te evolueren.

-“Op de vierde kosmische graad is men reeds met de vijfde graad in verbinding. Men weet daar dat zij, dier en mens, op de vierde graad hebben geleefd. Voel je deze grote genade, André?

Het Ontstaan van het Heelal p.166

-Hoe hoger wij aan Gene Zijde, dus ìn onze eigen geestelijke wereld kwamen, des te bewuster werd ons denken en voelen voor vader- en moederschap en de verdichtings- en uitdijingswetten. Wij kunnen dus zeggen en aanvaarden, dat de zevende sfeer voor ons leven niet bewuster kan zijn dan de Vierde Kosmische Levensgraad aan bewustwording bezit. Maar met dat verschil, mijn broeders, dat wij hier opnieuw een stoffelijke ruimte betreden. Voor ons leven zijn dus de sferen geestelijk bewust, voor deze ruimte stoffelijk bewust, zodat wij opnieuw door de wedergeboorte een Goddelijke wereld mogen overwinnen en ons, door het vader- en moederschap deze oneindigheid eigen kunnen maken. Heeft de ziel als mens dus de zevende sfeer aan Gene Zijde bereikt, dan maakt zij zich gereed om de Vierde Kosmische Levensgraad te betreden en aanvaardt opnieuw het “Embryonale” bestaan.

De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 1 p.267

-Om de zon, als het vaderlijke bewustzijn, zien wij nu zes andere zonnen, zodat het vader- en het moederschap thans één is, dat door de uitdijingswetten werd geboren. Al de planeten beschrijven nu hun eigen baan, doch deze afstemming is ruimtelijk bewust en wil zeggen dat het leven die, deze ruimtelijke eenheid, tot één wereld, één sfeer heeft gevoerd.

Lezingen Deel 3 p.388


Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof