Lessen

35.1 De Goddelijke mens is hier levend bewustzijn en draagt al het leven

 

Man en vrouw als tweelingziel worden Goden. Zij zijn levend bewustzijn geworden. Zij dragen de ruimte en al het leven om hen heen. Zij schonken het leven aan de dierenwereld. Zij schonken het leven aan moeder natuur.
De mens beleeft nu zijn Goddelijke kringloop, is een Godheid geworden en vertegenwoordigt de Almoeder. Alles is baring en schepping, maar alleen door de ‘MOEDER’ van al deze ruimten, kreeg het vaderschap de eigen persoonlijkheid. Wat ons leven u te schenken heeft wil zeggen, dat gij u op de ‘Almoeder’ moet afstemmen, want het ‘AL’ ís alléén ‘Moederschap’!

-Wat heeft de mens hier te doen, nu hij zijn Goddelijke harmonie beleven kan? Voelt gij, komt er in ons leven, dat wij dit alles dragen? Dat wij de ruimte en ál ons leven rondom ons vertegenwoordigen? Voelt gij, dat wij het leven schenken aan moeder natuur? Dat wij het leven hebben geschonken aan de dierenwereld?

 -Wat gij hebt te beleven is, dat gij voelt, dat de ‘Mens’ nú zijn Goddelijke Kringloop gaat voelen, zal beleven en dat wij als Mens één zijn met al het leven. Gij zult u afvragen: wat doet gij thans? Wij léven! Wij leven en hebben niets anders te doen, waardoor wij ons Goddelijk bewustzijn tot de allerhoogste ontwaking voeren.’ ‘Já, mijn broeders, wij leven! Dát is het doel van de ‘Almoeder’. Gij ziet mensen en het leven van moeder natuur, maar dat is de ‘Almoeder’! Dat zijn, zoals gij mocht beleven, vonken van ‘HAAR’ Zelfstandigheid en Persoonlijkheid. Wat gij te beleven en te aanvaarden krijgt is, dat de mens van Moeder Aarde te aanvaarden heeft, dat hij een Godheid is, dat de mens door het eigen leven de ‘Almoeder’ vertegenwoordigt. Wij zijn Goden! Ook het dier en het leven van moeder natuur, is Goddelijk.

 -Dat wij van gevoel tot gevoel één zijn, weet gij, doch dat is voor ál het leven één wereld, één voelen en denken, zoals ook God is!Wij spreken niet meer van God, dat hebt gij te aanvaarden, wij spreken alléén over de ‘Almoeder’. Alles is baring en vanzelfsprekend schepping, doch door de ‘MOEDER’ van al deze ruimten, kreeg het vaderschap de eigen persoonlijkheid. Wat ons leven u te schenken heeft wil zeggen, dat gij u op de ‘Almoeder’ moet afstemmen, want het ‘AL’ ís alléén ‘Moederschap’!Voelt gij thans, kinderen van dit leven, dat ons organisme licht is, geest is, doch voor alles moeder- en vaderschap? Dat het licht van de ruimte zich heeft verstoffelijkt en vergeestelijkt, doch wij daardoor ‘léven’? Maar wat is het leven? Almoederlijk plasma!Het levensbloed van haar gevoelsleven!En dat is werking, is kracht, doch dat werd evolutie!’

De Kosmologie5 p.235, 236

-Hier wordt niet meer geschreven, hier zijn geen boeken meer nodig, want u hebt het ‘boek des levens’ tot ontwaking gebracht. U bent levend bewustzijn. Uw gestalte is een boekwerk, door de universele fundamenten opgebouwd. U staat op het levende Ik van Christus, u bent het zelf! Aan kunst behoeft u niet meer te doen, want u bent kunst. Aan wijsheid behoeft ge niet meer te doen, want u bent wijsheid door uw gestalte, omdat u hier bent, omdat u moeder bent, u bent vader, omdat u hier wandelt. Omdat u hier de gedachte in u kunt optrekken, kunt verstoffelijken, kunt vergeestelijken – dat doet er niet toe – verplaatst gij u in deze ruimte; u leviteert uzelf, met het heilige, het goddelijke, het moederlijke, waarvan gij de hand voelt.

Lezingen Deel 1 p.129


Citaten uit de boeken van Jozef Rulof