Lessen

35.12 In de zevende Kosmische Graad en het Al is de mens Goddelijke energie geworden

 

Vanuit de Zesde Kosmische Graad betreedt de mens nu de Zevende Kosmische Graad en is nu een Goddelijke Gevleugelde in het Goddelijke Al. Men spreekt met de bloemen. Vogels zetten zich op de mens neer. Er zijn daar ook weer wonderlijk mooie tempels en gebouwen. Een tempel is hier ruimtelijk, onmetelijk diep geworden; deze ganse wereld is één tempel. Het gouden licht hier behoort de mens toe. En dan het Al. Het protoplasma heeft het Goddelijke ‘AL’ bereikt. De ziel is ‘Energie’ geworden, levend bewustzijn, waaruit al dat leven is voortgekomen.

-We betreden vanuit de zesde kosmische graad de zevende kosmische graad en staan nu als Goddelijke Gevleugelden in het Goddelijke Al. Het gouden licht hier behoort ons toe.

-We gaan met de bloemen spreken, vogelen komen tot ons. Er zijn daar ook tempels en gebouwen. Ja, nu is een tempel ruimtelijk, onmetelijk diep geworden; deze ganse wereld is één tempel. We zien daar pilaren, we zien de fundamenten, we zien de torens. We zien de gewaden, we zien de uitstraling. Wat er uitstraalt is liefde, wat tot ons komt is gereinigde, geestelijke, Goddelijke gelukzaligheid.

-We gaan eerst het leven bevoelen; we zijn man, we zijn vrouw.
-We zijn Goden, als man en vrouw.

Lezingen 1 p.136, 137, 138

-Maar eerst in het Alstadium, mijn broeders, de zevende kosmische levensgraad, ziet de mens zichzelf en het leven dat tot hem behoort als een Godheid.

Lezingen 3 p.394

-De Albron stuwt voort totdat ál het leven’, nu komt het voor u, dan weet u waarom u telkens vooruit moet, waarom u een nieuw leven moet ontvangen, hier komt het woord, ‘de Albron stuwt de vonk terug naar het Goddelijke bewuste Al. En eerst dan heeft al dit leven het Goddelijke stadium bereikt.’

Lezingen 3 p.95-97 

-God is het. Ik laat nu de mens even los. God zelf baart Zichzelf door de mens.
Want wij zijn goden, als mens. 

Vraag en Antwoord 4 p.366 

-Gij zult aanstonds opgetrokken worden tot ín het Centrale Goddelijke. Dat is het hart voor dit Heelalstadium en voelt ge Zijn bloedsomloop. Dan eerst komt ge tot Goddelijk éénzijn! Wilt gij deze diepte beleven? Zie, kinderen van de ‘Alvader’ en ‘Almoeder’… gij betreedt uw eigen goddelijkheid.

De Kosmologie 1 p. 298

-De mens die hier leeft is over al het leven ‘Vader en Moeder’ geworden. Dat is de Goddelijke taak, door de ‘Almoeder’ in handen gelegd van haar leven. Dat heeft élke cel te aanvaarden! Wij zien dat licht en wij weten thans, dat het leven uit deze wereld ál het andere leven voedt en draagt. Dat dit bewuste Goddelijke zieleleven blijvend voortstuwt! Dit leven is ‘Energie’ geworden. Het protoplasma heeft het bewuste Goddelijke ‘AL’ bereikt. -Wij zíjn levend bewustzijn, wij hebben thans ál dat leven geschapen, het is uit ons leven geboren, omdat wij het Goddelijke bewustzijn bezitten.

De Kosmologie 1 p.305, 308


Citaten uit de boeken van Jozef Rulof