Lessen

36.4 GOD openbaart zich in de schepping

 

De wereld om ons heen, het zichtbare universum waarin wij leven, mensen, dieren, natuur, water, rotsen, planeten en sterren is een stoffelijke manifestatie van de enorme mystieke kracht, die wij “God” of Albron noemen. De mens vervult daarin een centrale rol. De mens is uit de Albron geboren, evolueert en keert uiteindelijk weer terug naar deze bron. Dit evolutieproces vindt zowel op stoffelijk alsook op geestelijk niveau plaats. Om dit evolutieproces te kunnen doorlopen heeft de mens miljoenen levens nodig. Het Goddelijke evolutieplan is een ordelijk plan en wordt op natuurlijke harmonische wijze aangestuurd door miljoenen levenswetten. Om als mens dit Goddelijke evolutieplan te kunnen begrijpen en te herkennen in ons dagelijks leven, hebben de Hemelse meesters, deze kennis, deze Kosmologie, middels de boeken van Jozef Rulof, naar de Aarde gebracht.

-Wanneer de mens zich thans in zijn volmaakte toestand op aarde afvraagt wat is God en waarom zijn wij op aarde, is dit de openbaring, de waarheid en de werkelijkheid, omdat God wilde dat wij mensen in die openbaring zouden overgaan. God schiep dus voor de mens het heelal, schiep sterren en planeten, maar schiep de mens naar Zijn evenbeeld. God wilde dat de mens bewust werd en dit goddelijke bewustzijn dat wij eens zullen bezitten, schonk God aan het wezen in een menselijke toestand.

-Er zijn al mensen die reeds op aarde en op vele andere planeten hebben geleefd en tot het Goddelijke teruggekeerd zijn en dus bewust van het heelal bezitgenomen hebben, anders, dat zal je duidelijk zijn, hadden wij deze boodschap niet ontvangen. De mens volgt een lange weg, want biljoenen jaren zijn ervoor nodig om het Goddelijke leven te bereiken. Maar wat dan de mens bezit, dat kun je je niet indenken. Wat je hebt beleefd, André, wordt eens ons bezit. Dit is het doel van de gehele schepping geweest. God gaf Zichzelf. God gaf de mens, het hoogste wezen, deze goddelijke gaven. God bracht iets tot stand waarin Hijzelf leefde. Aan de mens nu om te maken dat hij in harmonie is.

Het Ontstaan van het Heelal p.82,83

-Kun je niet dankbaar zijn nu je dit alles weet en is het leven dan nog zo verschrikkelijk? Wij moesten alleen leed en ellende beleven, omdat wij dit zelf tot stand brachten en dit alles hadden goed te maken. God wilde dat leed niet, maar God wilde dat wij dát wat wij anderen aandeden, goed zouden maken, want met al die schulden en zonden zouden wij geen lichtende sferen kunnen binnengaan, omdat wij daar zouden bezwijken. Wat moet ik hieraan nog toevoegen? Alleen nog dit, dat zij die de Goddelijke Sferen hadden bereikt, daar zullen blijven en dat al die miljoenen planeten eeuwig een plaats in het universum zullen blijven innemen.

Het Ontstaan van het Heelal p.280

 

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof