Lessen

34.0 Onze Ziel doorloopt zeven Kosmische Graden om Goddelijk bewustzijn te realiseren

 

Onze ziel moet zeven fasen van evolutie, ofwel zeven Kosmische Levensgraden, doorlopen om Goddelijk te worden. De eerste drie Kosmische Levensgraden bevinden zich in ons universum met als hoofdplaneten Maan, Mars en Aarde. Na onze ontwikkeling in de levens op Aarde en als ziel en geest in de Sferen van Licht, is onze ziel gereed om te reïncarneren op de planeten van de vierde, vijfde en zesde Kosmische Levensgraad. Deze planeten behoren niet tot ons huidige universum. De planeten daar zijn van een veel ijlere substantie en ook ons stoffelijk lichaam is ijl doorzichtig en van een onbeschrijflijk schoonheid. Jozef Rulof was de eerste aardse mens, die samen met zijn meesters uit de Sferen van licht, deze Kosmische graden en het Goddelijke Al met eigen ogen mochten aanschouwen. Zij hadden de opdracht om deze wonderlijke wijsheid naar de mensen op aarde te brengen. Midddels de de boeken van Jozef Rulof  is deze hoogste kosmische wetenschap nu in eenvoudige bewoordingen voor elk mens op Aarde, beschikbaar.

Wil je hier meer over weten: lees dan de
Wijsheden 34.1-34.12
en verwonder je!

-Ja, ik heb het Goddelijke ‘AL’ gezien en mogen beleven. Ook daar zien wij zeven overgangsstadia, voordat wij dat ‘AL’ bewust in ons leven hebben opgenomen en eerst dán zijn wij mensen Goddelijke Goden. Dán vertegenwoordigt de mens God? Neen, God heeft zich- zelf door het leven verstoffelijkt en dan is er van menszijn geen sprake meer! En dat is ons uiteindelijke doel; wij leven daar eeuwigdurend verder! Dat heeft u dus goed aangevoeld.’
-Doch het ‘AL’ is bewoond. Christus is daar en met Hem miljoenen mensen, die hun ruimtelijke kringloop hebben volbracht en het ‘Alstadium’ hebben bereikt.  Zo zullen ook wij eens die kringloop hebben volbracht. Ook zij kwamen van de Maan en gingen verder, doch zij hebben hun aardse kringloop voor ál de Goddelijke wetten moeten vergeestelijken en verGoddelijken!

Vraag en antwoord 1 p.313

 Quote:
-Ik was in het allerhoogste vannacht. Ik heb Goddelijke liefde gekregen. Ik heb Goddelijke mensen horen spreken. Ja, mensen van de aarde, ik was in het bewuste Goddelijke ‘AL’! Die meesters hebben tot ons gesproken en de Goddelijke Wetten verklaard.
-O, mijn mensen van de aarde, geloof het toch: ik was in het ‘AL’! Ik breng je Goddelijke waarheid en het ‘weten!’ Ik ben geen fantast! Ik ben zo waarachtig als je God is, als alles door Hem geschapen.

De Kosmologie 2 p.14,15  

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof