Lessen

30.4 Het Schemerland grenzend aan de donkere sferen

 

Een deel van het Schemerland grenst aan het land van haat. Het gebied is dor en kaal en en er schijnt een bruinachtig licht. De zielen, die in dit donkere deel van schemerland aankomen, hebben zich losgemaakt van hun dierlijke verlangens.
Zij hebben een lange en moeilijke weg afgelegd en proberen zich nu van hun dierlijke hartstochten af te keren.
Dat is niet eenvoudig. Ze hebben hiervoor al hun wilskracht nodig. Soms lukt dit niet en dan vallen ze weer terug in hun oude toestand

-We verlieten het land van haat. Langzaamaan ging de inktzwarte duisternis over in een grijze mist. ‘Schemerland’ heet daarom de sfeer, waarin we thans binnengaan. De natuur is hier minder woest en verschrikkelijk dan in het land van haat.

-Het is begrijpelijk dat zij, die zich losmaakten van die duisternis, zich maar niet dadelijk op het licht kunnen instellen. De sfeer hier komt daaraan tegemoet en gaat van het duister langzaam over naar een schemerig licht.

-Ik zie er, die heel alleen weggedoken zitten in een hol in de grond. Ze komen daar meestal voorlopig niet uit, zegt vader me. Het zijn de zielen die zich eindelijk van het geweld van de duistere sferen hebben losgemaakt.

Door de Grebbenlinie naar het Eeuwige Leven p.201, 202

-Onder zich zag hij een primitief land; de huizen die men hier had gebouwd, waren als de barakken op aarde. Overal waren ze verspreid en daarin leefden mensen, die uit de donkere sferen daar waren aangekomen. Van daaruit begon hun tocht naar de sferen van licht, die moeilijk waren te bereiken. Daar was strijd voor nodig en opoffering.

Velen van hen vielen in hun vorige toestand terug en zouden weer opnieuw moeten beginnen.

Een Blik in het Hiernamaals p.58 

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof