Lessen

30.3 De levende doden

 

Er zijn in Schemerland ook mensen die op Aarde een dogmatisch geloof  hadden, maar in hun hart geen echte onbaatzuchtige liefde kenden. Predikers van deze geloofsrichtingen blijven hun leer prediken, omdat ze nog steeds het gevoel hebben andere mensen te moeten bekeren en onderwijzen. Als ze op aarde predikten dat God de mens die grote zonden doet, verdoemt met een eeuwig branden in de hel, dan blijven ze dat dogma van verdoemenis ook in schemerland verkondigen.

-Er zijn hier geestelijken van de aarde die in het leven na de dood nog steeds over hel en verdoemenis spreken en het anderen voorhouden. Hier, terwijl zij in de eeuwigheid zijn.’ ‘Het is toch niet mogelijk, Alcar?’ ‘Ik spreek niets dan de droevige waarheid, niets anders. Duizenden volgen hen. Je zult hen leren kennen wanneer wij daar aankomen. Zij stichten hun parochies en spreken van eeuwige verdoemenis.’

-Allen zijn koud die over hel en verdoemenis spreken. Zij bidden hun gehele leven, toch heeft het geen kracht. Hun gebeden zijn koud en ontdaan van alle leven. Dood is alles, zoals ze zelf zijn. Daarom noemen wij hen hier de levende doden. Ze zijn ook dood, omdat zij het leven niet voelen, want het leven verdoemt en moordt niet en kent geen geweld, omdat het leven God is en Liefde betekent.

Alles zal zijn zoals de mens voelt en zo zal hij hier afstemming vinden. Hun gebeden zullen eerst dan krachtig zijn wanneer zij in harmonie zijn, één zijn met het leven.

Een Blik in het Hiernamaals p.324, 325, 326

Hier leeft arm en rijk, de intellectueel naast de handarbeider, de gelovige naast de ongelovige’, vertelt vader. ‘Zij allen zijn aan dit dorre, kale land gebonden, doordat in hen nog niet de liefde leeft die een paradijs voor hen kan doen open bloeien

Door de Grebbenlinie naar het Eeuwige Leven p.201, 202

 

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof