Lessen

31.4 De zesde duistere sfeer wordt de demonensfeer genoemd

 

Wild, gluiperig waren zij. Dit waren geen mensen meer, het waren roofdieren. Hun met bloed doorlopen ogen puilden uit de kassen. Zij waren misvormd naar lichaam en ziel. Mensen in monsters veranderd. Vernietigend was hun blik. Door het vuur van hun hartstochten verteerden zij. Hoe diep waren zij gezonken. Mannen en vrouwen zag hij samen. Hier leefden schoonheden van de aarde.
Hoe verschrikkelijk waren zij thans.

Een Blik in het Hiernamaals p.306

De sfeer waarin ik was overgegaan, herkende ik als de demonensfeer, waarin zij leefden die mijn leven hadden verkort. Ik zag mensen als dieren. Verschrikkelijke wezens waren het en het was angstig hen waar te nemen.

-De mensen die ik waarnam waren als duivels. Duidelijk kende ik die groenachtige uitstraling, in mijn kerker had ik dat ook gezien.

De Kringloop er Ziel p.203

Hier leven zij samen en keren terug naar de aarde om anderen te beïnvloeden. En wee hen die zich op hen afstemmen, zij zijn verloren. Wanneer zij daar sterven, zullen zij meegesleurd worden naar hier en zullen aan deze zijde hen dienen. Zij die op aarde het hogere zoeken, zullen door hogere geesten worden geholpen.

Een Blik in het Hiernamaals p.307 

-Het waren menselijke hyena’s, die hun intellect voor geweld en ontucht gebruikten.
-In hun lichamen stroomt daarom bloed, maar zoals ik zei van geestelijke substantie.

Een Blik in het Hiernamaals p.556,558

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof