Lessen

31.2 In de duistere sferen ontbreekt het aan Liefde, warmte, zon en levenskracht

 

De duistere sferen zijn sombere werelden zonder liefde, warmte, zon of levenskracht. Er groeit of bloeit niets. Alle geestelijke persoonlijkheden in een duistere sfeer hebben dezelfde graad van afstemming, gericht op vernietiging, afbraak en het uitleven van hartstochten.

-Er is geen leven hier, geen warmte, geen liefde, geen zon, niets van alles wat ons het leven biedt. Zo ook is deze substantie ontdaan van alle kracht; omdat zij geen bestaanstoestand hebben, is ook alles in eenzelfde afstemming. Wat de mens voelt zal zijn bezit zijn aan deze zijde. Je voelt zeker hoe droevig het is? Hier groeit en bloeit niets omdat het leven onnatuurlijk is. De levenssappen missen zij waardoor het leven groeit, zij hebben geen bestaan en daarom is alles dor en koud.

Een Blik in het Hiernamaals p.302

En dan komt u geestelijk… als een geestelijke persoonlijkheid hebt u afstemming op haat, op vernietiging, op getrap, op geslaan, op moordende afbraak in alles. De mens kan flink tekeergaan in de geest, en dan voel je wel: u krijgt daar pertinent uw eigen soort te zien, en dat zijn er miljoenen.

Vraag en Antwoord 3 p.51

-Hoor dit geschreeuw nu. Ze ontmoeten elkaar, vallen elkaar aan, willen elkaar beleven en ook dat is mogelijk, doch aan de splitsing komt géén einde. En toch, deze mannen en vrouwen, gij ziet het gebeuren, beleven elkaar, omdat zij ál de organen bezitten, als op Aarde zijn, doch nu geestelijk. Dit léégzuigen van elkaar is het éénzijn voor de stoffelijke mens.

-Doch dit éénzijn geeft de ziel géén bevrediging. Die bevrediging, dat de splitsing is, behoort bij het stoffelijke organisme.

De Kosmologie5 p.118-122

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof