De Zevende sfeer van Licht is de hoogste sfeer van de 3e Kosmische Graad. In deze sfeer leven de meesters die de evolutie van al het leven begeleiden, zowel op Aarde alsook in de sferen. Het waren ook meesters uit deze sfeer, die ooit naarde Aarde incarneerden om de pyramide van Gizeh te bouwen. Als zij klaar zijn met hun ontwikkeling gaan ze over naar de 4e Kosmische Graad. Hun taak wordt dan door andere meesters overgenoemen.
-Snel waren zij nu de grens genaderd en daar voor hem in een onverklaarbare schoonheid zag hij de zevende sfeer
-Over alles lag goud en in deze sfeer zag hij kleuren uit de andere sferen bijeen, maar het waren alleen lichtende kleuren. Hier zou hij niet kunnen binnentreden. Zijn geesteslichaam zou door de kracht van het licht verbranden of in een duizelingwekkende vaart naar de aarde terugkeren.
-Liefde, niets dan liefde, God leefde in alles. Tempels zag hij als hij nog nooit tevoren had waargenomen.
Een Blik in het Hiernamaals p.637, 638
-In de zevende sfeer is het bezit van de mens reeds in een goudachtig licht veranderd. In die sfeer zien wij nu het evenbeeld van het gouden Goddelijke licht en dat licht had de mens zich eigen te maken. Dit geestelijke en goddelijke licht zou worden zoals wij in het begin van de schepping, in het openbaringsproces, hebben mogen waarnemen.
-De mensen die in de zevende sfeer waren aangekomen en daar hun taak hadden volbracht, maakten zich nu gereed om van hun zusters en broeders afscheid te nemen. Zij die daar een taak hadden verricht, droegen die taak aan anderen op. De mentors gingen hoger en met hen miljoenen anderen. Een andere planeet, een ander zonnestelsel wachtte hen op. Maar ook het ontstaan van de geestelijke sferen duurde miljoenen jaren.
Het Ontstaan van het Heelal p..277, 278
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof