Lessen

26.7 De astrale werelden voor dier en natuur

 

Alle diersoorten zijn afkomstig uit één bron, die zich heeft vertakt in verschillende levensvormen. Als groep, als massa en als groepsgeest blijven de soorten zich ontwikkelen. De lagere soorten lossen op en de hogere soorten gaan verder. De hoogste vorm van elke soort, zoals de hond en het paard zien we in de Sferen van Licht terug. Wilde dieren kunnen de sferen niet bereiken.
Maar diegroepsgeest gaat door met ontwikkeling en uiteindelijk zullen ook deze hoogste ontwikkelde soorten oplossen in de allerhoogste vorm: de gevleugelde soort.

 

Als een dier, vogel of plant doodgaat is er voor dat bewustzijn geen aparte wereld van het onbewuste, zoals bij de mens. Toch moet ook dit bewustzijn reïncarneren om te ontwikkelen. De mogelijkheid tot wedergeboorte ligt voor het plantenrijk opgesloten in het zaad. Voor het dier zit de mogelijkheid tot wedergeboorte in de eierstokken. Elke soort is ook verbonden met de groepsgeest

 

Dieren in de Sferen van Licht leven in de nabijheid van de mens, maar wel in een eigen sfeer. Als de mens dat wil kan hij het dier met gedachte kracht naar zich toe roepen.
Net als bij de mens gaat de ontwikkeling van het dier steeds verder. Ooit zullen ze hun duizenden stadia afgelegd hebben en zich manifesteren in de vorm van prachtige vogels die met de mens communiceren.

 

Het bloemenleven in de Sferen van Licht heeft afstemming op het kleurenrijk Gods, is onbeschrijflijk mooi en op een wonderbaarlijke manier direct verbonden met de mens. Bloemen vertolken hier het leven, de gedachten en de karaktertrekken van de mens.  Miljoenen bloemen vertolken zo het leven van de mens. Zij leven door de mens! Indien de mens zich zou terugtrekken, dan lost dit leven op.

Bron: gebaseerd opde boeken van Jozef Rulof