Lessen

26.1 De Wereld van het Onbewuste is voor zielen die nog moeten reincarneren

 

Om zich geestelijk te kunnen ontwikkelen krijgt elke ziel een aantal levens op Aarde. Pas als deze levens zijn geleefd en de ziel alle karma als gevolg van moord, goed heeft gemaakt, laat Moeder Aarde de ziel gaan en gaat deze verder in de sferen. Als een mens overlijdt en de ziel is nog niet klaar op Aarde, dan wordt deze aangetrokken door de astrale Wereld van het Onbewuste. In deze wereld verblijft de ziel, in een soort meditatieve slaaptoestand, tot de tijd dat deze weer wordt aangetrokken voor een nieuw leven op Aarde. De Wereld van het Onbewuste is de wereld van het begin van de schepping. De ziel moet tot dit eerste vonk stadium terugkeren, om ooit weer in een nieuw embryo op aarde te kunnen incarneren.

-Miljoenen wezens zijn hier binnengegaan, doch al die wezens, die zielen en dus mensen zijn, zijn op aarde geboren en gestorven. Na hun dood treden zij hierbinnen en zullen en moeten terugkeren totdat zij hun kringloop der aarde hebben volbracht.

De Kringloop der Ziel p.172

-De geest, of de ziel, die in de wereld van het onbewuste binnentreedt – u heeft dit gebeuren beleefd – daalt in een diepe afstemming en keert terug tot een vonk van licht, van leven.

De Kringloop der Ziel p.319

-Moet deze ziel echter nogmaals naar de aarde terugkeren om iets goed te maken of te beleven, dan trekt de wereld van het onbewuste dit zieleleven aan. Deze wereld is voor de ziel om uit te rusten en zich gereed te maken voor de nieuwe geboorte. De ziel daalt nu tot het vonkstadium af, dat is tot het ogenblik van het ontwaken, toen de schepping een aanvang nam. Als vonk Gods kan de ziel in het moederorganisme afdalen, waarna het groeiingsproces kan beginnen. Als volwassen bewustzijn kan de ziel niet in het moederlichaam afdalen omdat de ziel de vrucht dooddrukt, daar er thans té veel bezieling is. De ziel als vonk wordt nu in de moeder wakker, waarna het groeiingsproces begint.

Geestelijke Gaven  p.200, 201

 Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof