Lessen

18.7 De vogel is ontstaan uit het dierenleven en heeft al op Aarde het ruimtelijk bewustzijn voor het dier

 

In de evolutie van het dier vertegenwoordigt de zeeleeuw het waterlijk bewustzijn en de aap het landelijk bewustzijn. Maar het dierenrijk kent ook de vogels, zij kunnen zich van het land verheffen en vertegenwoordigen de hoogste fase van de evolutie van het dier: het ruimtelijke bewustzijn. Zo toont het dierenrijk al op aarde de hoogste vorm van evolutie. De mens zal zich het ruimtelijk bewustzijn, als geestelijke vleugels, pas in de sferen van Licht eigen maken. 

-Al het leven is in de wateren tot bewustwording gekomen. Voelt u wel? Dus de mens ook. En nu krijgt u het landelijke bewustzijn, het waterlijke bewustzijn en het ruimtelijke bewustzijn. Het ruimtelijke bewustzijn maakt zich los van de dierlijke graad en dat is de gevleugelde dierlijke soort.

Vraag en Antwoord Deel 5 p.29

-Daar begint het. Dus in de wateren, dus half-waterlijk, -landelijk bewustzijn, en daarna langzaamaan gevleugeld op het land, en gaat het dier de ruimte in. 

QUE-vraag 6 p.286-287

Dat dier moet terug, moet evolueren en komt wellicht nog in verschillende soorten voor dit hondenras, dierlijk bewustzijn, terug. Maar eens vliegt het in de ruimte, het dier, de hond, de kat, de tijger, de leeuw, elk diersoort krijgt ruimtelijk bewustzijn. En wat is dat? Dat heb ik u gezegd, dat is het gevleugelde soort. 

Vraag en Antwoord Deel 5 p.199-200

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof