Het dierlijke leven dat geboren werd beleefde dezelfde wetten van vaderschap en moederschap als de menselijke cellen. Maar anders dan bij de menselijke ziel die één lichamelijke evolutielijn heeft gevolgd, en haar lichaam uitbouwde van enkelvoudige cel tot onze huidige menselijke gestalte, heeft het dierenleven zich gesplitst en vertakt tot een veelheid aan diersoorten, zoals die op aarde te zien zijn. Het hoogst ontwikkelde dierlijk leven is het paard. Het is van nature dienend.
-Nietwaar, dat is hier te beleven, te zien en te volgen, wij hebben die wetten moeten aanvaarden; uit de menselijke cel, het stoffelijke ‘ego’ zoals zij dat noemen, de eerste menselijke stoffelijke ‘schil’… traden zeven dierlijke levensgraden naar voren en dat werd de dierenwereld en eerst hierna begon moeder natuur.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 2 p. 230
-Doch de mens, zoals ik reeds zei, volgde maar één weg en die weg was voor de volmaking van het stoffelijke organisme. Het dier echter ging in duizenden diersoorten over, het aanvaardde het ene leven om in het andere en weer hogere binnen te treden, doch bleef steeds en al die miljoenen jaren door, één graad onder het denkende en voelende, tot God terugkerende wezen.
Het Ontstaan van het Heelal p.92-93 (OR.2534.2537)
-Maar een paard is ten opzichte van elke menselijke gedachte, hoe dan ook, dienend. Een paard is het hoogste dierlijke wezen in de natuur, want het doet meer dan uw koe; ook al eet gij uw koe, en uw melk, en alles op. Maar het paard dient nog, trekt nog, doet dat, doet dit.
Vraag en Antwoord 6 p.339
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof