De oermens, zoals die toen op Mars leefde, was vooral ingesteld op dierlijk voedsel. Ook was er kannibalisme, andere mensen die gedood werden, werden gewoon opgegeten.
Op het land en in de wateren was er ook volop plantaardig voedsel aanwezig.
Er waren planten, met bladeren zo groot als het dak van een huis. Ook waren er reusachtige struiken met vruchten waarmee zowel mens als dier zich kon voeden.
-De bomen en planten zijn ook van ontzaglijke grootte, doch het plantenleven overheerst hier. Een blad van een plant, je ziet het, is zo groot als een dak van een aardse woning en de dikte is geweldig.
-De ontzaglijke struiken die je hier overal waarneemt, brengen een soort vrucht voort, waarmee zich de dieren voeden die de waterkant hebben bereikt. Ook voor de mens is er dergelijk voedsel, dat echter maar in enkele tijden aanwezig is, omdat dit met het klimaat verband houdt. Toch eten zij dit voedsel, al zijn zij op dierlijk voedsel ingesteld. In het water en op het land dus is voedsel in voorraad. Dan is er ook nog voor het menselijke wezen de mens zelf, die zij eveneens verorberen.
Het Ontstaan van het Heelal p.160 (OR.4140.4152)
-Wij zien thans, dat de ruimte één proces beleven kan en dat is het vader- en het moederschap. En die wetten dienen, werken aan het menselijke organisme, iets anders kunnen wij niet beleven, doch daardoor ontwaakt de ziel, de geest, het innerlijke leven voor ál deze stelsels.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 3 p.206 (C3.5461.5466
Bron:Citaten uit de boeken van Jozef Rulof