Vanaf de vierde Lichtsfeer spreekt men over de geestelijke graad van LIEFDE ofwel de vijfde gevoelsgraad.
Die wordt alleen door de Meesters in het hiernamaals bereikt, omdat die graad volledig onthecht is van de aardse stoffelijke materie.
De Universiteit van Christus leert dat er ook nog een zesde ruimtelijke graad van LIEFDE is, waarin men een gevoelseenheid met alle levensvormen in de ruimte beleeft.
En daarna komt de zevende kosmische of Goddelijke graad van LIEFDE ofwel zevende gevoelsgraad. Christus heeft die hoogste graad bereikt en voelt een eenheid met al het leven in de kosmos tot in haar diepste Albron kern. De Universiteit van Christus vertelt ons dat alle mensen het pad van de Liefde volgen en ook ooit de zevende graad van Liefde zullen bereiken. De wetten van Vader- en Moederschap en Reïncarnatie sturen dit proces. Alle LIEFDE die in potentie in onze ziel aanwezig is zullen we dan als LICHT daadwerkelijk uitstralen.
-En we hebben niet dat kind, maar we hebben miljoenen mensen die we zullen dienen. Alles liefhebben. U komt dus in de universele liefde; u hebt het maar over menselijke liefde. En dan krijgt u de geestelijke liefde, dan krijgt u de kosmische liefde, de ruimtelijke liefde, en daarna de Alliefde.
Vraag en Antwoord 6 p.143
-Maar in u; die ziel is een deel van God. En door elke gedachte maakt u een karaktereigenschap bewust. Dus elke daad heeft ruimtelijk, geestelijk, goddelijk fundament. U doet iets en dan kunt u zelf, kan de mens, kan God, kan de ruimte uw daad afwegen aan het licht van die ruimte. Dat wil zeggen, als u iets doet, dan gaat die daad direct de hoogte in, de ruimte in, en daardoor krijgt u fundament om te lopen, te wandelen, te staan. U hebt licht, u hebt leven, u hebt liefde. Door de liefde, een daad liefde te geven, dat is … Men noemt het ‘liefde’.
Vraag en Antwoord Deel 5 p.191 (Q5.5724.5731)
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof