Samenvatting
In het voorwoord van het boek ‘Door de Grebbelinie naar het Eeuwige Leven’ schreef Jozef Rulof: „De intelligentie, die het mij doorgaf, werd door mijn leider Alcar tot mij gebracht. Deze stond hem toe over zijn leven, over zijn sterven op het slagveld tijdens de meidagen van 1940 en over zijn binnentreden in de geestelijke wereld te vertellen. (…)” De geestelijke schrijver die in zijn aardse leven Theo heette, was als soldaat gesneuveld in de loopgraven van de Grebbelinie in de Tweede Wereldoorlog. In dit boek onderzoekt Theo de redenen die mensen aanvoeren om oorlog te voeren. Het gebod ‘Gij zult niet doden’ dat Mozes ontving, wordt tegenover de zogenoemde wettige zelfverdediging afgewogen. Zijn er situaties waarin je mag doden? Is het voorbeeld van Christus op Golgotha alleszeggend, of zijn er ‘maars’ die het doden rechtvaardigen? Vragen die Theo zich tijdens en na zijn aardse leven stelde, en waar hij in het geestelijke leven een afdoend antwoord op gevonden heeft. Zowel tijdens zijn leven op aarde als in het leven na de dood werd Theo geholpen door zijn vader. Het zien van de innige liefde tussen zijn vader en diens tweelingziel gaf Theo een sterke stuwing om zich een hogere liefde eigen te maken.
Bron en Free download de laatste druk van dit e-boek:
https://rulof.nl/Door-de-Grebbelinie-naar-het-Eeuwige-Leven-1.html