De mens is uit de Goddelijke energie geboren. De kern van de menselijke ziel is de Goddelijke vonk. Door evolutie zal de mens als ziel, persoonlijkheid en gevoel ooit het Goddelijke bewustzijn verkrijgen.
Hiervoor moet de mens zich het hele universum zichtbaar en onzichtbaar eigen maken en de Kosmische wetten. In het Goddelijk Al zal de mens weer Goddelijk zijn.
Aan de hand van citaten uit de boeken van Jozef Rulof wordt dit unieke Godsbegrip verder
toegelicht in de Wijsheden 36.1-36.10.
Lees de Wijsheden 36.1-36.10 en verwonder je!
Quote:
Wij zijn dus niets meer en niets minder, dan levensgraden voor God.
En nu is er geen ellende te beleven, doch alléén geestelijke en stoffelijke ontwaking.
Want in het ‘AL’ is de mens een Godheid.
De ‘Albron’ zal zich dus verstoffelijken en vergeestelijken, doch daarvan stellen wij de disharmonie vast, als mens, als leven van God.
Het was niet anders mogelijk, hier moet de ziel doorheen, doch haar Goddelijke afstemming zal
haar voor álgehele ondergang beschermen.
De Kosmologie5 p.100,101
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof