Lessen

33.9 Bezetenheid en hartstocht

 

Gevoelige mensen kunnen door astrale geesten beïnvloed worden. Als zo’n mens zich dan bezighoudt met het uitleven van lage hartstochten, afbraak en bedrog, dan zal dit de demonen wereld aantrekken. De hartstochten van de mens openen als het ware de innerlijke deur voor de demonen. De demonen gebruiken dan het aardse stoflichaam voor hun genoegens, voor hun hartstochten, hun geweld en hun drang om te vernietigen. Zoals men als mens zelf denkt en handelt dat trekt men ook aan.

-Leeft in u het nietige, een gering gevoel voor hartstocht, wees ervan verzekerd dat dit al de wellust tot zich trekt, indien u eenmaal met deze wereld in verbinding gekomen bent. En die kracht als hartstocht zal uw innerlijk leven verteren, u leegzuigen, want ge bezit geen eigen bescherming!

Geestelijke Gaven p.124

-Wie dus aan die astrale levens iets te beleven kan geven, wie dus voor afbraak en hartstochten open staat, die mensen worden op aarde aangevallen en komen beslist in handen van de astrale persoonlijkheid.

-De astrale mens kan zich met diegenen op aarde verbinden, die als mens diezelfde verlangens en karaktertrekken bezitten, want anders zijn zij niet te bereiken. 

Vraag en antwoord1 p.27

-Wanneer de astrale mens zich van de mens op aarde heeft meester gemaakt, dan beleeft hij zijn eigen leven. De demonen gebruiken dat stoflichaam voor hun genoegens, voor hartstocht, geweld en vernietiging. Alles is dierlijk, zeer droevig, maar het zijn afschuwelijke waarheden. Heeft men eenmaal dat aardse wezen bereikt, dan leven zich in dat stoffelijke lichaam tientallen wezens uit. Wie eenmaal in handen van het kwaad overgaat is meestal reddeloos verloren. Eén raad kan ik u slechts geven: Zoek het goede, zodat de hoge geest u kan bereiken en beïnvloeden. Zoals gij zelf denkt trekt gij aan en daarin gaat gij over. Weest geen speelbal van uw eigen gedachten.

De Kringloop der Ziel p.269

-U wordt niet bezeten indien er geen valse bezetenheid in u is. Een demoon kan u niet bezielen wanneer gij rechtvaardigheid, harmonie wilt.

Lezingen2 p.19 

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof