Onder begeleiding van Meester Cesarino mag Jozef Rulof de Zesde Sfeer van Licht bezoeken. Het uitspansel hier is in een zilveren goudachtige waas gehuld. Het ene leven weerspiegelt zich In het andere. In deze Lichtsfeer leven alle bewoners samen met hun tweelingziel, de ziel waarmee men eeuwig verbonden is. In de Tempel van muziek mag hij een symphony ervaren, waarbij meesters het de levensloop van een mens in muzikaal licht en kleur vertolkt. Ieder mens heeft zijn eigen levens symfonie.
-Op hetzelfde ogenblik voelde hij zich opgenomen en zweefde hij de zesde sfeer tegemoet. Hoe schoon was deze geest. Als een jonge man van vijfentwintig jaren zag hij eruit en deze geest zou volgens zijn leider drie duizend jaar oud zijn.
-Voor hen lag een diep dal en in het midden daarvan stond een tempel, die zich hemelhoog verhief.
-Andere gebouwen dan de tempel van de muziek waren hier niet; de natuur was overweldigend schoon, alles was overgoten door een goudachtig wit licht. Hemelhoge fonteinen zag hij, vogels en groen, het ene nog hemelser dan het andere. Het dal was als een trechter. Uit het midden van die trechter steeg het ontzagwekkende gebouw waar de meesters musiceerden hoog ten hemel.
-Het innerlijk was bolvormig; hoeken waren er in de sferen evenmin als einden; alles was diep, oneindig diep, totdat het gevoel in een nog hogere toestand overging.
-Deze tempel dijde uit; hier zouden miljoenen wezens kunnen binnentreden.
-Honderden wezens volgden dezelfde weg en allen droegen schitterende gewaden, die als zonnen glansden.
Een Blik in het Hiernamaals p.628, 629, 631
-Doch nu was hij in de muzieksfeer; deze sfeer werd naar die Goddelijke kunst genoemd.
-Hier leefden heiligen; geen andere woorden kon hij ervoor vinden om hun hoogte en uitstraling weer te geven. Mannen en vrouwen bijeen, allen tweelingzielen, broeders en zusters.
Een Blik in het Hiernamaals p. 630,631
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof