Het baringsproces van de Almoeder, kende zeven tijdperken van ontwikkeling.
In de laatste fase ontstaat er een enorme bol van Goddelijk geestelijke plasma, trillend en sidderend goud licht. Alles was nog één.
Dan treedt de volgende fase in. De lichtmassa scheurt vaneen en verspreidt zich in het Universum.
De Alziel heeft zichzelf in ontelbare deeltjes van verdichte geestelijke energie gesplitst.
Elk deeltje bezit een stukje van de Alziel en heeft een geestelijk lichaam en kan nu als aparte levensvorm verder evolueren.
–U ziet, mijn broeders, dat de ‘Albron’ als Moeder zich opent en aan baring begint.
-Wat gij nu ziet is dus de levensfluïde van de ‘Almoeder’ en dat betekent baren! Hierna komt de geestelijke evolutie en dat wordt dan de stoffelijke wereld, de ruimte, het universum waarin gij nu leeft.
De KosmologieJozef Rulof deel 1 p.22
–In biljoenen deeltjes en daaronder zag hij nietige vonkjes was dit ontzaglijke uiteengespat,
-Het wordingsproces is gekomen, het ontstaan van sterren, planeten en zonnestelsels. Wat gij ziet, zijn lichtende vuurbollen, doch in werkelijkheid is dit Gods eigen licht en leven, Gods heilige uitstraling.
Het Ontstaan van het Heelalp.71
-U moet God zien als het leven, het léven. Dat leven is uit die ruimte gekomen, en er was voor de schepping duisternis. Er is een aura gekomen, een werking, dat was de Albron, de Almoeder.
Vraag en Antwoord 5 p.67
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof