Het dier, maar ook de plant heeft een eigen zelfstandigheid gekregen en bestaat net als de mens uit lichaam, geest en ziel. Sommige dieren zoals het paard, de hond en de kat raken zelfs het menselijk gevoelsleven. Toch is er een groot verschil.
Het dier volgt in zijn handelen zijn intuïtie. De mens heeft echter een vrije wil, kan denken en keuzes maken en alleen de mens zal ooit het hoogste bewustzijn ontwikkelen.
-Wanneer ik spreek van intuïtie dan bezit het dier deze in hoge mate. Het dier geeft zich onvoorwaardelijk over en volgt zijn intuïtie, dus zijn gevoel, en leeft. De mens echter ontving een eigen wil en stemt op God af, is een goddelijk wezen. Omdat de mens een goddelijk wezen is, heeft hij één weg te volgen, terwijl het dier in duizenden stoffelijke organismen overgaat.
-Steeds, in al die miljoenen eeuwen, volgde dit dierwezen de mens, doch bleef onder de kracht en geestelijke graad van de mens voortgaan.
Het Ontstaan van het Heelal p.90
-Ik heb u verteld en kunnen verklaren en ge kunt dit aanvaarden: de mens is een Godheid. Voor God, voor de Albron, het Alleven, de Alziel, de Algeest, het Alplasma, het Alvader- en het Almoederschap is de mens een Godheid. Al het leven, bloemen, dieren, planten, ruimten zijn vonken van Zijn persoonlijkheid.
Lezingen Deel 2 p.405
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof