Lessen

40.5 Bij structureel slaaptekort kan het zenuwstelsel overbelast raken. Bij te diepe slaap kan bedplassen voorkomen

 

De eerste drie graden van de slaap is het innerlijk leven nog niet vrijgekomen van het stoffelijk lichaam en het zenuwstelsel reageert nog steeds op interne en externe prikkels. Dit is het half wakende bewustzijn. Voor de echte diepe slaap is de overgang naar de vierde graad nodig. Pas hier kan het gevoelsbewustzijn aan het stoffelijk lichaam worden onttrokken. Het gevoel gaat dan over in het geestlichaam. Het innerlijke leven moet tijdens de slaap het dagbewuste verwerken. En wanneer dat niet geschiedt bent u ’s morgens doodmoe.
Als dat structureel gebeurd raakt het zenuwstelsel worden overbelast en dit kan zich dan uiten in allerlei kwalen.
Bij kinderen komt het soms voor dat zij in de vierde graad van slaap te vast slapen. Zij voelen dan de signalen van het lichaam niet, dat zij moeten plassen, met als gevolg dat in bed wordt geplast.

-Het innerlijke leven moet tijdens de slaap het dagbewuste verwerken. En wanneer dat niet geschiedt bent u ’s morgens doodmoe. Nu heeft het zieleleven niet kunnen afreageren. In deze toestand is de ziel nog te actief. Dit afreageren is een lichamelijke wet, waarvan de wetenschap alweer niets weet en welke ook gij wel niet zult begrijpen.
-Kan de mens in de slaap niet afreageren, dan bezwijkt het lichamelijke-stoffelijke stelsel, dat uurwerk loopt dan onverbiddelijk vast. Het krijgt nu te veel te verwerken en dat kan niet!

Geestelijke Gaven p. 395

-Wie nu niet in de vierde graad van slaap is, kan niet afreageren en dus behoudt de ziel al haar lasten van de dag en prikkelt het toch reeds vermoeide zenuwstelsel, wat de stoffelijke stoornissen u laten weten.
-Uw onderbewustzijn vangt al die overbelasting op en daardoor raakt de ziel van haar eigen last volkomen bevrijd, of het bezwijken staat voor de deur. Daarom kunnen uw zenuwartsen die doodeenvoudige stoornissen niet vaststellen, hoe geleerd ze ook doen. Zij moeten in dat onderbewustzijn afdalen, willen ze een duidelijke diagnose stellen en constateren waar de eigenlijke druk ligt. De ziel heeft dit in handen.

Geestelijke Gaven p.396

-In de eerste drie graden overheerst het zieleleven nog steeds de stoffelijke stelsels. Kinderen die de derde graad wél zouden kunnen beleven, zouden niet in bedwateren. Voor hen is de vierde graad weer te diep en voelt het innerlijk de stoffelijke druk niet van het water op de sluitspier of zenuw en het water loopt weg. De derde graad maakt nu de ziel wakker.
De persoonlijkheid moet reageren en dit voorkomt het in bed wateren. Toch worden nog veel kinderen niet wakker en dit ligt alweer aan de gevoeligheid van het zenuwstelsel en van het innerlijk leven, de persoonlijkheid.

Geestelijke Gaven p. 394

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof