Gedurende het dagelijkse functioneren ondergaan we heel veel impressies en gevoelens. Deze moeten we in de slaap kunnen afreageren, anders zou ons stoffelijk lichaam bezwijken.
Wanneer we gaan slapen, leggen we ons dagbewustzijn geleidelijk af en worden we ons steeds minder bewust van onze omgeving, totdat we diep in slaap zijn gekomen.
Tijdens de diepe slaap zinken de ervaringen van overdag weg in ons onderbewustzijn. Daar worden deze gevoelens ze toegevoegd aan het enorme reservoir van al onze ervaringen uit al onze levens, dat we het onderbewustzijn noemen.
Als we wakker zijn en bewust denken kunnen we geen indrukken en ervaringen loslaten en houden we ze vast. Het loslaten en wegzinken van onze ervaringen kan alleen tijdens de slaap gebeuren. Onze persoonlijkheid is dan in slaap en kan dan pas deze ervaringen kan loslaten.
-De eerste drie graden van uw slaap dienen als vóórslaap. U bent nu nog niet in slaap, want u moet de drempel van de vierde graad nog over.
Geestelijke Gaven p.390 (SP.9783.9784)
-Wanneer je daarmee gereed bent, dan daalt je bewustzijn in het zieleleven af en ondergaat het stofkleed de slaap. Het menselijke en geestelijke lichaam is diep, beide zijn machtig, maar het éne is van het andere afhankelijk, doch het zieleleven overheerst het stoffelijke organisme op aarde in alles. Het stuurt en leidt en houdt het intact, want door ons innerlijke leven leeft het stoffelijke organisme.
Het Ontstaan van het Heelal p.199 (OR.5046.5048)
-Kon de mens in de slaap niet afreageren, dan bezweek het lichamelijke-stoffelijke stelsel, dat uurwerk liep dan onverbiddelijk vast. Het kreeg nu een teveel te verwerken en dat kan niet!
Geestelijke Gaven p.395 (SP.9783.9784)
-Nogmaals, de ziel moet tijdens de slaap afreageren, of het stoffelijke lichaam zou bezwijken. De natuur zorgt ervoor! Op éénjarige leeftijd zou het kind dan reeds bezwijken doordat het zieleleven de opgedane ervaringen niet meer zou kunnen dragen.
Geestelijke Gaven p.395,396 (SP.9791-9792)
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof