In zijn leven als Jozef Rulof leert meester Alcar hem om zijn eigen aardse denken af te leggen. Alleen dan is het voor hem mogelijk om een zuivere gevoelsverbinding met al het leven te kunnen aangaan.
In het algemeen is de mens in onze tijd nog niet ver genoeg ontwikkeld om dat éénzijn met al het leven te kunnen bereiken.
Je kunt jezelf wel trainen om iets van die eenheidservaring te kunnen beleven. Probeer eens contact te leggen met moeder natuur, een boom of bloem of met moeder water.
-Elke wet, de natuur, een boom, een bloem, een plant, vooral de mens, het dier, dat alles moet u liefhebben, moet u opnemen, moet u leren kennen, en eerst dan komt die eenheid. Maar probeer eens het leven van uw bomen te leren kennen. Word eens één met de natuur, met baring, met schepping, met water, met lucht, met nacht, met de dag en nú het planetenstelsel. Ziet u? We moeten die eenheid ondergaan. En vanuit die wereld spreken wij, hebben wij ook iets te brengen, en dat is reeds gebeurd. Voelt u wel?
Vraag en Antwoord Deel 6 p.87,88 (Q6.2733.2741)
–U moet uw eigen denken willen afleggen, want uw denken is aards, maatschappelijk, en heeft niets met het geestelijke denken uit te staan. Dát moest meester Alcar mij het eerst leren en ik kon het, omdat de meester daarvoor de fundamenten had gelegd.
Vraag en Antwoord Deel 1 p.281-282 (Q1.7581.7583)
-U zult denken, een boom heeft toch geen taal geleerd? Het antwoord is: In ons spreekt het gevoelsleven en dat gevoel kan mij in het eigen bestaan optrekken. Dan spreekt het leven van een boom als kracht en energie, als een deel van God.
Geestelijke Gaven p.149 (SP.3318.3320)
-Voel dit aan en je begrijpt, waarom een ster bewustzijn krijgt. Wij zijn het zélf echter, waardoor dat leven als een levenswet tot het menselijke spreken komt. En dat is steeds weer een openbaring voor je gevoel. Het is de ‘kus’ van élke levensgraad, mijn broeder André.
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 2 p.62 (C2.2083.2085)
-Nu volgt het éénzijn met al het leven. Wij beleven die éénheid en je weet hoe dat geschieden moet. Nu vertelt die boom aan mij waar en waardoor hij het leven heeft gekregen. Elke wet voert ons nu tot het eigen bestaan én het ontstaan terug. Onfeilbaar zijn wij thans één, en dat geschiedt van ziel tot ziel en van gevoel tot gevoel!
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 2 p.56 (C2.1927.1934)
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof