Er zijn hier bloemen, die het levende oog van de Almoeder vertolken. Deze bloemen kijken de mens aan met ogen die menselijke bewustwording bezitten. Als je tot zo’n bloem spreekt, dan krijg je ook antwoord.
Er is ook een bloem voor het moederschap. Deze bezit al de organen voor de baring, vergelijkbaar met de aardse orchidee, die de baarmoeder vertolkt. Ook alle andere lichamelijke organen worden door bloemen weergegeven. Zo toont de hartbloem in een natuurvorm het levende hart van de mens. Bloemen die een levenswet vertegenwoordigen, zijn opgebouwd uit geestelijke verdichte levensaura.
-Zie ons bloemenleven en gij hebt ontzag voor deze schoonheid. Elke levenswet bracht nieuw leven voort. Wat de mens op Aarde bezit is namaak in vergelijking met dit leven. De omvang van een levenswet als gestalte en bloem, vertegenwoordigt deze ruimte. Hier vertegenwoordigen zij hun levenswet, hun geest en ziel, doch het innerlijke leven is welsprekend. Hoe deze kleuren zijn ziet gij thans, élk weefsel bezit die bewustwording als kleur, als ziel, leven en geest, zoals onze eigen levensaura is. Dat leven bezit geen stoffelijk gewaad meer, doch is van geestelijke substantie, ís levensaura, zodat gij u zelf kunt bewonderen, omdat dit leven uit ons leven geboren is!
-De miljoenen soorten voor dit leven zijn bovendien levenswetten. Wat de wateren voor de eigen zelfstandigheid op Aarde baarden en schiepen, ziet gij nu voor Moeder Natuur terug, doch door de organen van ons organisme.
-Waarvoor gij staat is de „Hartbloem”! Duidelijk ziet gij het levende hart van de mens in dit machtige orgaan, als een kind van God terug.
-Kijk daar en gij ziet de bloem voor het moederschap, zij bezit ál de organen voor de baring. Is uw aardse „orchidee” anders? Gij noemt daar die bloem een „orchidee”, doch dat is de baarmoeder van de moeder in stoffelijke toestand en als stoffelijk weefsel en levenswet!
-Elk organisch lichaamsdeel schiep een eigen levenswonder. Dat zijn de wetten voor Moeder Natuur en hebben wij te aanvaarden. Wat gij daar ziet is het levende „Oog” van de „Almoeder”, als een kind van Moeder Natuur verstoffelijkt én vergeestelijkt. Ziet gij, dat dit leven u ziet? Ziet gij haar gelaat? Haar lippen en haar machtige gestalte? Dít is een kind van Moeder Natuur. Spreek tot haar leven en gij krijgt thans antwoord!
Ziet gij, dat haar ogen de menselijke bewustwording bezitten? Begrijpt gij nu, wat de „Almoeder” heeft bedoeld? Dat zijn kinderen van God en hebben voor onze wereld en ruimte hun kosmisch leven gekregen, en vanzelfsprekend óns bewustzijn als orgaan, als stof én als leven! Als ziel en geest!
De Kosmologie van Jozef Rulof Deel 4 p.2.63, 264
Citaten uit de boeken van Jozef Rulof