De Albron voor de schepping begon, was onzichtbare stilte, gevoel, rust en LIEFDE kracht.
De Alziel had zich nog niet gemanifesteerd.
De individuele menselijke zielen waren nog integraal deel van de Alziel.
Dan komt er in die duisternis beweging, trilling, LICHT, afgewisseld met perioden van duisternis.
De Hemelse Meesters noemen dit proces het baringsproces van de Almoeder.
Middels de twee Kosmische Basiskrachten van baring en schepping, Moederschap en Vaderschap, zal de Alziel al het leven tot vorm en evolutie gaan brengen.
-Alles wat nu God is, leefde vóór de Schepping in een wereld van stilte en rust, onzichtbaar, want er was nog geen bewust stoffelijk leven te zien. Maar daaruit zijn wij als mens, het dierenrijk, moeder natuur tot het leven gekomen.
De Kosmologie van Jozef Rulof deel 1 p.18
-In het begin van de schepping heerste er duisternis. Die duisternis was in wezen energie en die energie God. Onzichtbare energie dus, die zich verdichtte in zonnen, sterren en planeten en zich openbaarde in mensen en dieren. Maar al dat leven is God.
Het Ontstaan van het Heelal p.265
-Toen de schepping nog moest beginnen, toen was er alleen leven, men noemt dat: protoplasma, aura. Wat is leven? Het is een bloedkern, bezield door denken en voelen, dat is ziel, dat is geest.
Lezingen deel 2 p.7
Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof