Lessen

22.6 Gedurende de slaap kan iemand met hulp van een geestelijke gids onbewust uittreden

 

Mensen kunnen tijdens het slapen uittreden en dan een ontmoeting hebben met een geliefde die overleden is. De volgende ochtend als ze dan wakker worden, kunnen zij zich deze uittreding herinneren en men denkt dan vaak dat het een gewone droom is geweest.
Niets is minder waar, zij worden bij deze ontmoeting geholpen door geesten, geliefden, die de mens helpen uittreden en er ook voor zorgen dat het stoffelijke organisme doorslaapt en is afgeschermd voor gevaren, zoals entiteiten, die het fluïde koord willen breken.
In uitgetreden vorm worden ze dan meegenomen naar de Sferen van Licht om hun geliefden te ontmoeten, die gestorven zijn. Zo’n ontmoeting is vaak helend en leerzaam voor degene die mag uittreden.

-Tal van mensen dromen dat ze tijdens hun slaap met hun geliefden hebben gesproken. Dat is mogelijk en geschiedt tussen de vierde en vijfde graad van slaap. Hierin treden ze uit hun lichamen, doch blijven onbewust. Ze weten niet hoe het wonder geschiedt. Hun geliefden maken hen nu tijdens de slaap wakker, zorgen echter voor het doorslapen van het organisme en brengen hen terug naar het lichaam. Heel veel mensen hebben hierin hun steun voor het aardse leven beleefd.

-Een moeder verliest haar enig kind en lijdt daaronder zó, dat de krankzinnigheid haar wacht. Ze bezwijkt dus door haar verdriet. Dan grijpt haar eigen moeder, door een meester geholpen, in en nu beleeft de aardse moeder de eenheid met haar kind. Voor haar is God tot haar gekomen die nacht. God maakte haar wakker en zei: ‘Zie eens, mijn kind, wie hier is?’ De moeder vliegt op haar kind af en drukt het in haar armen. In de morgen weet zij alles, maar denkt toch dat ze gedroomd heeft. Toch herstelt zij erdoor. -Duizenden mensen beleven iets anders, maar allen beleven het tijdelijke loskomen van het organisme tijdens de slaap en treden tussen de vierde en vijfde graad het astrale leven binnen. Ze moeten echter door een astrale persoonlijkheid worden bijgestaan, anders is het weer niet mogelijk.

Geestelijke Gaven p.435

Bron: Citaten uit de boeken van Jozef Rulof